woensdag 4 juli 2007

Ah la france, ces vins, ces pains, ces dragons tornades...


Zaterdag 23 juni, Conflans Saint-Honnorine stond met rood aangegeven in onze agenda’s. Franse premiére! Ik ben al wel eens meer ontspannen afgereisd naar frankrijk...De kolonel van dienst, Bart Vanuffelen, was zo goed om mij op te pikken zaterdagochtend, deze keer met de auto van zijn vader (zie verslag Zwolle-Hengevelde). De reis verliep wat trager dan voorzien, de wegbeschrijving was nogal summier en die ene detailkaart van Frankrijk (omgeving Parijs) bleek te ontbreken in het mapje Frankrijk...Maar bon, wij hebben toch maar mooi de eifeltoren zien staan blinken in de zon, en op de vlieghaven van Charles de Gaulle landde net een russisch toestel. Het blijft toch een magnifiek gezicht zo’n vliegtuig dat over de autostrades heen land. De Kolonel verzamelde zijn troepen, zond een verkenner uit die ons uiteindelijk in de banlieu van Parijs deed belanden waar freija en eric alreeds het kraam aan het opstellen waren. Ik ondertussen was poepzenuwachtig en zei niet veel. Na een plaatselijke specialiteit die ik u niet kan aanraden (les frites avec le charcuterie) was het dan zover. “ Mes dames et monsieurs, en grande premiere europeéne, le Dragon Tornado. Le Dragon Tornado est l’appareil de l’avenir, mais cet avenir ne commence pas en deux semaines, ni dans une semaine mais aujourd’hui même, tout de suite une demostration epoustouflante...
En we waren vertrokken. Ik voelde de warme aandacht van het franse publiek en ontspande. Buiten het einde (ik dacht dat ik er was en was daar zo blij mee dat ik alsnog twee delen door elkaar haalde) verliep de hele demonstratie eigenlijk schitterend. De tweede verliep naadloos wat de tekst betreft, maar het contact was iets minder deze keer (de wijn en zware Chimay had duidelijk zijn gevolgen gehad, bij het publiek wel te verstaan!).
Tijdens de eerste voorstelling was een fotografe langsgekomen die ik tijdens het spelen had proberen duidelijk te maken dat ze moest opkrassen (ze stond voor ik het wist in het kraam, wat mijn erf is). Tussen twee voorstellingen in kwam de nu reeds duidelijk bezopen fotografe mij om excuses vragen, want ik had haar niet genoeg ruimte gegeven om haar werk te doen. Ik dacht dat ik ging ontploffen maar pistte mijn eigen lont uit, wetende dat ik nog een voorstelling moest spelen. Maar het mens bleef maar doorgaan, stomptte mij op mijn borst, de “fuck you’s” waren niet uit de lucht net zoals de zware alchoholkegel. Ik wou net mijn taxidermist bellen om te vragen of hij ook fotografen opzette toen de Kolonel ingreep en haar zwalpend wandelen stuurde. Ze is later die avond opgepakt door de plaatselijke gendarmerie (haha).
Inpakken, pinten, wijn en water en wachten tot de organisatie (a la francaise) ons naar ons “hotel” zou begeleiden. De Kolonel verbroederde al snel met de plaatselijke jeugd die hem Jezus of Pavarotti noemden. Les belges, of liever la belgique bleek voor de plaatselijke jongens met twee dingen geassocieerd: Les vitrines et les pedofieles. Erger dan een slecht imago is er géén te hebben troostte ik mezelf.
Het hotel bleek een internaat te zijn met een in trainingspak gestoken huisbewaarder. Jongens links, meisjes rechts, niet roken, niet roepen, gezamelijk ontbijt om 9h30 enzovoort. De man was duidelijk overstuur dat zijn regels niet zo snel werden aangenomen als bij zijn twaaljarige leerlingen. Dit was zijn huis, zijn reglement, zijn verantwoordelijkheid en hij nam dat ook met heel veel serieux. Wij net iets minder. Wat een stripfiguur! In het begin vond ik het best lachen, na een half uur neuten net iets minder. Maar absoluut een figuur waarvan, als je ze op een podium zou zetten, mensen achteraf zouden zegggen dat het toch een beetje vet gespeeld was en dat zo’n mensen niet bestaan. Geloof me, ze bestaan.
Meer mensen en situaties in een volgend verslag!

Geen opmerkingen: